Tweedeling op de arbeidsmarkt

‘Tweedeling op de arbeidsmarkt tot alarmerend hoogtepunt gekomen’

Sinds eind vorig jaar doet een onafhankelijke commissie van experts in opdracht van het kabinet onderzoek naar de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt en de regulering van werk. De zogenoemde commissie-Borstlap presenteerde donderdag zijn tussenrapportage, in november volgt het advies.

NU.nl spreekt met de Rotterdamse hoogleraar arbeidsrecht Ruben Houweling, die als expert samen met advocaat Max Keulaerds door de commissie is gehoord. Houweling maakt deel uit van een groep experts die tegelijkertijd met de tussenrapportage het Wetboek voor Werk uitbrengt, met daarin een aantal verbeteringen voor de arbeidsmarkt.

Voorgestelde kernwijzigingen in het Wetboek voor Werk 2025

  • Verruiming werknemersbegrip naar ‘werker’
  • Leven lang ontwikkelen als kernwaarde
  • Zes weken inkomen tijdens ziekte door werkverschaffer
  • Inkomensbescherming tijdens ziekte na zes weken voor alle werkers
  • Een redelijke grond voor elke beëindiging
  • Repressieve toetsing van deze grond
  • Laagdrempelige arbeidsrechter
  • Verval transitievergoeding
  • Verhoogde WW
  • Versterking loopbaanbeleid
  • Pensioen inclusief zelfstandigenregeling
  • Gelijke fiscale behandeling van alle werkers

Waarom vinden jullie en Borstlap het zo belangrijk dat er een fundamentele herziening van het Arbeidsrecht moet komen?

Houweling: “De huidige tweedeling op de arbeidsmarkt van mensen met veel bescherming en mensen in flexcontracten, en ook de groeiende groep ‘werkende armen’, is tot een alarmerend hoogtepunt gekomen. We maken ons ernstige zorgen wat het effect is van de grote groep kwetsbare werkers bij een volgende recessie.”

“Dit zeggen niet alleen wij en de commissie Borstlap, dit volgt uit allerlei gezaghebbende rapporten (zoals het OESO, red.). Je moet het dak dan ook repareren als het droog is. En volgens mij schijnt het zonnetje momenteel.”

Afgelopen donderdag presenteerde de commissie-Borstlap een tussenrapportage en komen jullie met een Wetboek van Werk. Hoe zit dat?

“Met de invoering van de nieuwe ontslagwet in 2015 bleef fundamentele herziening en modernisering van het arbeidsrecht uit. Daarom pleiten de Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA) en de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) voor een staatscommissie. Die zou een toekomstbestendige regulering van de arbeidsmarkt moeten realiseren. De verwachting was dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze suggestie waarschijnlijk niet zou volgen. Om die reden is toen een eigen expertgroep ingesteld bestaande uit wetenschappers en deskundigen.”

“Doelstelling van deze expertgroep was proactief aan de tekentafel plaats te nemen. In de zomer van 2018 werd de Commissie Regulering van werk, de commissie-Borstlap, ingesteld. Dat was voor de expertgroep geen reden het werk neer te leggen. De expertgroep ging verder, wat in het Wetboek van Werk heeft geresulteerd. Bij toeval maken twee leden van de expertgroep ook deel uit van de commissie-Borstlap. Daardoor vindt er een nuttige kruisbestuiving plaats.”

Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten voor een nieuw Wetboek van Werk?

“Uitgangspunt is de waarde van werk in brede zin: voor individu, arbeidsorganisatie, economie en maatschappij. Daarbij hoort een gelijke rechtsbescherming, inspraak en ondersteuning voor en gelijke fiscale behandeling van allen die werken ten behoeve van een ander in diens beroep of bedrijf, ongeacht type werkcontract.”

“De commissie-Borstlap neemt dezelfde uitgangspositie in, maar dan van uit de gedachte dat voor alle werkenden een gelijk ‘fundament’ aan rechten is. Bijvoorbeeld bescherming bij arbeidsongeschiktheid voor iedereen, maar verschillende bescherming per categorie werkers bovenop dit fundament.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?

“Voor werknemers geldt dat wanneer je lang met elkaar samenwerkt er een langere opzegtermijn geldt bij beëindiging van het contract. Maar waarom zou die regel niet gelden voor een zzp’er die al jaren als freelance journalist voor een krant werkt? Of een aannemer die goed moet zorgen voor de veiligheid van zijn eigen werknemers? Heeft hij niet diezelfde verantwoordelijkheid voor ingeleend personeel of ingeleende zzp’ers? Kortom, we stellen de bescherming centraal en niet het type contract.”

Dus meer bescherming voor werkers?

“Ja, dat klopt.”

En werkverschaffers dan?

“Een tweede uitgangspunt dat wij hanteren, is een herverdeling van risico’s en verantwoordelijkheden, die passen bij een moderne arbeidsmarkt. Sinds de arbeidswet uit 1907 zijn er heel veel collectieve risico’s – denk aan arbeidsongeschiktheid en werkloosheid – in de individuele arbeidsovereenkomst gestopt. Dit maakt de arbeidsovereenkomst – vooral voor kleine werkgevers – zwaar beladen. Onze stelling is: haal de sociale zekerheid uit de individuele arbeidsrelatie en beleg het op collectief niveau.”

Dus ook zzp’ers vallen onder de bescherming?

“Het is toch gek dat we ons wel collectief verzekeren tegen inkomensbehoefte bij ouderdom, dat noemen we dan de AOW, maar dat we voor een onvoorspelbaar risico als arbeidsongeschiktheid geen algemene verzekering hebben. Dit was vroeger overigens anders, toen hadden we de Algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW). Wellicht hebben we die iets te vroeg afgeschaft en zou dat een mooie oplossing zijn voor nu.”

Maar dus ook het ontslagrecht anders?

Ja, want we stellen voor dat voor alle werkers een redelijke grond voor beëindiging komt te gelden. Dat is dus een verbreding van bescherming ten opzichte van nu. Ook stellen we voor dat de transitievergoeding (ontslagvergoeding, red.) komt te vervallen. Dat is dus een lastenverlaging voor werkverschaffers. Daar staat tegenover dat er voor de werker een verhoogde WW-uitkering komt gedurende de eerste zes maanden van werkloosheid.”

Zowel de commissie-Borstlap als het Wetboek van Werk neemt een leven lang ontwikkelen als uitgangspunt. Waarom?

“We mogen allemaal langere werken. De baan voor het leven sterft steeds meer uit. Wil je op de arbeidsmarkt meedoen en meekomen, dan zul je constant moeten blijven mee-ontwikkelen. Daar is scholing voor nodig, maar vooral ook tijd en middelen.”

“We gebruiken ook wel de term ‘marathonwerker’. Iemand die een marathon loopt, rent anders dan een sprinter. Iemand die veertig tot vijftig jaar mag werken, moet temporiseren en anders trainen dan een kortecarrièresprinter. Overigens vereist dit vooral ook aanpassing van ons huidige onderwijsbestel.”

Wanneer is het klaar?

“Borstlap heeft afgelopen donderdag de uitgangspunten gepresenteerd en zal dit najaar tot verdere uitwerking komen. Daar verwacht ik veel van. Ons wetboek heeft als horizon 2025.”

Bron: Nu.nl